Op zaterdag 2 april was er een iets tegenvallend aantal maar een groep van kwalitatief best van niveau naar Hulshorst gekomen. Als we de volgorde van de catalogus aanhouden, beginnen we met de jongste stierkalveren. Daarbij waren 2 zoontjes van Tom van ’t Veerhuis, die op de eerste en derde plaats kwamen. Als eerste Ivan van J. Wittingen uit een Pieter 2 moeder. Boordevol kwaliteit zowel in type als bespiering en van voor als van achter zo breed, dat hij daardoor iets kort toonde. Als 3e werd geplaatst Aleid uit een Leon moeder. Een nu reeds zeer mannelijk aandoend stierkalf met lengte en beste benen, dat de laatste fijnheid even miste. Tussen deze twee nestelde zich Gebr. H. Charlie. (v. Mina’s Roland en mv. Peter) van Gebr. Horlings uit Ruinen. Een fraai en correct gebouwd type kalf met veel uitstraling en een fijne huid. Ivan werd minikampioen mannelijk en Charlie reserve.

Bij de vrouwlijke mini’s liep een opvallend kalf aan kop. Ze kon mogelijk nog even harder in haar bouw maar met haar fraaie type en vrolijk bonte uitstraling, maakte ze reclame als eerste dochter voor haar vader,de kersverse KI stier Marlex van Vredenburg. We hebben het over Vredenburg Peggy. (m.v. Evert vd Valkenweide) van Jan te Riele.

Bij de stierkalveren van 4-8 mnd liep voorop Sander van Halfweg (v. Herman) van T. Veerman. Breed en lang en diep, dus best ontwikkeld moest hij wel een bemerking toestaan op zijn iets platte klauwen. Wat dat betreft was zijn opponent Vredenburg Pim (v. Leo van’t Veerhuis) van te Riele wat beter maar qua totaalbeeld verdiende Sander toch de voorkeur.

Het was te merken dat Tom van ’t Veerhuis veel kansen heeft gekregen die hij ook nog goed waarmaakt. In rubriek 4 (vrouwelijk 4-8 mnd) stonden 2 dochters van hem. Voorop Priscilla (v. Donald van vredenburg) van te Riele, mooi correct gebouwd en mooi van type en daarachter Melinda 4 (mv. Hein v Vredenburg) van M. Huisman. Qua type, uitstraling en vooral lengte opvallender dan de 1a maar omdat ze de kracht in de benen miste moest ze 2e worden.

Stieren 8-12 mnd, liet alleen Vredenburg Otmer zien (v. Leroy van Vredenburg) van te Riele. Fraai van type met jeugdvorm en een goede stap. Feitelijk foutloos, al moeten we die term zeker bij jonge dieren voorzichtig hanteren.

Rubriek 6 vrl 8-12 mnd. In de rubriek een opgelegde winnares Dikkie 14 (Jarno X Red Bill) van Wittingen. Best ontwikkelt, veel lengte, vlot goede benen, een echt rasdier! Daarachter een tweeling met als vader Red Bill 3 van J. vd. Berg uit Hierden. Doortje was van de twee wat luxer en gebruikte de benen iets beter dan Klaartje. In de parallelrubriek stonden 5, wat verschillende maar wel stuk voor stuk zeer goede dieren. De rubriek werd aangevoerd door 1 van de blikvangers van de dag en wel Sophie van de Halfweg van T. Veerman. Ze liet veel jeugd zien, onder andere door haar overbouwdheid. Ze had een brede goed geconstrueerde voorhand, ze was fraai bespierd en ze had uitstraling in de meest letterlijke zin. Daarmee bedoelen we dat ze glanzend gepoetst was. Bij al deze deugden had ze toch nog krachtiger kunnen stappen. Geen schande dus voor Hennie 12 (v. Jarno) om op de tweede plaats te eindigen. Ze was breed en best bespierd en had nog meer jeugd kunnen tonen. Sophie van Halfweg werd Miss Toekomst en ook algemeen kampioen vrouwelijk.

Mnl 12 mnd tot 1 jaar. Twee inzendingen waarbij de jury niet om een fraaie, luxe en jeugdige en gerekte stier van Spronk heen kon. Hij won van Noek van Vredenburg (v. Leander) Best bespierd en mannelijk van voorkomen maar kon wat harder in de bovenbouw. De inzending van Spronk won de titel Mr. Toekomst.

In de rubriek 12-18 mnd vrl kwam Volenbeek Teunie voorop. Niet de meest stralende maar wel een dier dat mager en mooi tegelijk was. Ze toonde haar bespiering duidelijker dan sommige andere dieren die wel eens wat rijker in conditie zijn. Als tweede en derde kwamen twee dieren van te Riele waarvan Olijfje (v. Leander) iets fraaiere bespiering toonde dan Nicolet (v. Ahrend) die wel groot, lang en sterk was.

In de volgende rubriek (16-20 mnd vrl) kwam na wat verschuivingen op de eerste plaats Coba 16 ( v. Martijn) van fam. Bunt. In de eerste plaats door haar witrikaftekening maar vooral door haar sterke bouw met veel lengte en zeldzaam beste benen. Een zware concurrente was Tonja 17 (v. Red Bill 3) van Petersen, een mooi rasdier met iets weinig jeugd. Op de derde plaats kwam Daatje 28 (v. Gert v.d. Lingenhof) van Rozendaal. De reden hiervan was dat het in alle onderdelen fraaie dier de eerder genoemde voor moest laten gaan was dat ze ten opzichte van de anderen beenlengte tekort kwam.

In rubriek 10 zagen we 1, we de bijna 2 jarige stier Nandel van D. Ruiter- Woudenberg uit Putten. Een correct gebouwd dier met beste benen en vooral zeer best gevormde klauwen.

Vrl 20-24 mnd kreeg van mij de aantekening: Mooie rubriek. Voorop Lilly 10 (v. Jarno) van Wittingen. Fraai van rastype en bespiering, kon nog jeugdiger en harder. Wat dit betreft kon ze met moeite Roelie 4 van J.H. Vis van het lijf houden. 3 en 4 waren van Petersen. Eerste Joëlle (v. Alex v’t Veerhuis) mooi van type, best ontwikkelt en veel jeugd en daarachter een naamloze Leondochter.

Vrl 2-3 jaar was bezet door een nogal verschillend duo halfzusters door Gigant van Vredenburg. Als eerste Griet 59 van Bunt. Best lang en groot en (rijkelijk) veel conditie. Nieske 2 van A. Vrijhof, was jeugdig, had en mager maar naar de toekomst toe, kan ze mogelijk nog meer ten goede veranderen dan haar halfzuster.

Stieren ouder dan 3 jaar. Het lukt niet altijd om een groep mooie en oudere stieren bij elkaar te zetten maar we kunnen stellen dat ondanks dat er 1 minder was dan voorgaande jaren, toch ook nu weer lukte. Een opvallende mooi drietal waarvan de meest bekende Vredenburg Laurits (Hein v.V.) van te Riele genoegen moest nemen met de derde plaats. Hij heeft opvallend veel ras en keiharde bespiering. Hij toonde wat dun en iets meer hak in het spronggewicht is wel een wens. De andere twee, wel verschillend, waren aan elkaar gewaagd. De middenpositie was voor Freek (v. Graaf Charlon) van Petersen. Hij is best van type en ontwikkeling en mooi evenredig bespierd en correct in alle onderdelen. Aan de kop kwam Vredenburg Leander (v. Burgs Billy) van te Riele. Hij is wat gewoon van ontwikkeling maar zijn overschot aan rastype, fraaie bouw en superharde bespiering bezorgden hem de Kampioenstitel en tevens Algemeen Kampioen mannelijk.

Koeien van 3 jaar en ouder kwamen ook met zijn drieën. Voorop een beste 5 ½ jarige koe met beste benen, gefokt in de stal van Kruithof Marga 43 (v. Peter) van gebr. Horlings. Ze werd gevolgd door een zeer goed ontwikkelde koe met veel lengte en een mooie huid van Spronk.

Dan nog het collectie gebeuren. Er waren 2 zoogstellen, Marga van Horlings met haar stierkalf Charlie (v. Mina’s Roland) en Iris 8 met haar stierkalf Ivan van Tom van ’t Veerhuis. 2 beste stellen waarvan de nog meer gelijkmatige kwaliteit van het stel van Gebr Horlings van de jury de meeste waardering kreeg.

Er was 1 groep afstammelingen van 1 stier. En wel 3 nakomelingen van Jarno van Wittingen. Ondanks iets verschillend in grootte, was hier sprake van uniformiteit en kwaliteit op hoog niveau. Er was ook 1 bedrijfsgroep mannelijk en die was van Jan te Riele. Ook hier was wat verschil in ontwikkeling maar toch was er wel uniformiteit door de beste kwaliteit.

In de vrouwelijke afdeling was er een competitie tussen 3 groepen. De bovengenoemde afstammelingengroep van Jarno van Wittingen was hier zonder wijziging omgedoopt tot bedrijfscollectie en het is te begrijpen dat dezelfde uniformiteit en kwaliteit, dit drietal op de eerste plaats brachten. Dat wil zeggen niet zonder strijd met de groep van Kees Petersen, die veel jeugd en hardheid liet zien en ook als fokdieren mogelijk niet lager aangeslagen hoeven te worden. De groep van te Riele werd derde en dat was geen schande op dit niveau. Het was ook een mooi samengestelde groep.

We hebben met genoegen een verslag geschreven over de keuring in Hulshorst. Steeds weer blijkt, dat de fokkerij van roodbonten, een prachtige boeiende en vooral moeilijkheid is, waarbij keuringen, leerzame dagen genoemd mogen worden. Het blijft zowel bij het keuren als bij het fokken een afwegen van enerzijds ontwikkeling en beenwerk en anderzijds rastype en bespiering. Misschien voor sommigen wat zwart-wit gesteld maar het is en blijft een hele opgaaf om met name ontwikkeling en beste benen en klauwen enerzijds en anderzijds rastype en bespiering anderzijds in 1 en hetzelfde dier te verenigen. Wat dat betreft, hoop ik dat het hulpmiddel van keuringen zich nog lang in de belangstelling van velen mag blijven verheugen, zowel als bezoeker maar vooral als inzender.

Adrie van Gent